Elektrische wagens genereren nauwelijks minder fijn stof dan recente benzinewagens. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Transport & Mobility, een spin off van de KU Leuven.

Door de grotere slijtage van de remmen, de banden en het wegdek veroorzaken elektrische wagens slechts een verwaarloosbare fractie minder fijn stof dan gewone, recente benzinewagens in een stedelijke omgeving. Ook het verschil met dieselwagens is kleiner dan algemeen wordt aangenomen. Dat blijkt uit een verrassende analyse van Bruno Van Zeebroeck, verbonden aan het onderzoeksbureau Transport & Mobility Leuven (TML), een spin-off van de KU Leuven.

Onze gezondheid lijdt in de eerste plaats onder de uitstoot van stikstofoxide (NOx) en vooral fijn stof (PM), onder meer afkomstig van wagens. Die veroorzaken fijn stof op twee manieren: door de verbranding van brandstof (de uitlaatemissies) en door het afslijten van de remmen, de banden en het wegdek (de niet-uitlaatemissies), aldus De Standaard.

 

Batterijen
De uitlaatemissies voor elektrische wagens bedragen uiteraard nul. Ze rijden op batterijen, niet op brandstof. Maar de niet-uitlaatemissies liggen even hoog en mogelijk zelfs hoger dan bij gewone wagens, volgens de berekeningen van Van Zeebroeck. Dat komt omdat elektrische wagens door de zware batterijen meer wegen dan gewone wagens. Vooral in de stad, waar het vaker remmen en bochten nemen is, is dit nadelig voor het milieu.

Bovendien zijn benzine- en dieselwagens in vergelijking met twintig jaar geleden heel wat milieuvriendelijker geworden onder impuls van de steeds strenger wordende Europese emissiestandaarden. Concreet: een benzinewagen veroorzaakt vandaag 18 mg fijn stof, uitlaatemissies en niet-uitlaatemissies samengeteld. Voor een elektrische auto is dit 17 mg. Een diesel uit 2000 komt uit op 79 mg.

In Nederland wordt het elektrisch rijden gestimuleerd omdat het beter zou zijn voor het milieu.

Bron: telegraaf.nl